Meteen naar de inhoud
Home » Valencia » Stierengevechten op het Plaza de Toros in Valencia

Stierengevechten op het Plaza de Toros in Valencia

  • door

In het centrum van Valencia vind je het Plaza de Toros: Het plein van de stieren. Vandaag de dag zijn Spanjaarden nog steeds dol op de gevechten met stieren. Op het plein is een grote arena waar stierenvechten georganiseerd worden. Ook is in deze arena een museum over de stierenvechten. Daarnaast vind je aan het plein Estación del Norte, het historische treinstation van Valencia.

De arena voor stierenvechten

Op het Plaza de Toros in Valencia vind je de arena waar de stierenvechten georganiseerd worden, deze is gebouw tussen 1850 en 1859. Zoals je misschien al is opgevallen is de architect geïnspireerd door de Romeinse architectuur zoals het Colosseum is Rome. De arena heeft een diameter van 52 meter, in de arena is plaats voor 10.500 toeschouwers. Tijdens wedstrijden is de arena regelmatig volledig uitverkocht.

Hoe verloopt een stierengevecht?

Stierengevechten verlopen altijd volgens hetzelfde protocol. Een vechter krijgt het recht toegekend om tegen de stier te vechten en het dier daarbij te doden. De stier wordt altijd gedood, ook als het de vechter niet lukt wordt de stier later gedood. De wedstrijd bestaat uit drie verschillende delen: Tercio de Varas, Tercio de Banderillas en Tercio de Muerte.

Deel 1: Tercio de Varas

De wedstrijd wordt geopend met een optocht van de verschillende stierenvechters. Daarna wordt op het sein van de voorzitter van de wedstrijd de stier vrijgelaten in de arena. Met het zwaaien van doeken wordt gekeken of de stier klaar is voor het gevecht, als dit het geval is betreedt de stierenvechter ter paard de arena. Het stier valt het paard aan, vanaf het paard steekt de vechter een lans in de nek van het beest. Dit doet hij zodat om de bloedtoevoer naar de nekspier te stoppen.

Deel 2: Tercio de Banderillas

Tijdens het tweede deel van de wedstrijd is de stier al enorm verzwakt. Tijdens dit deel van de wedstrijd probeert de vechter twee Banderillas in de nek van de stier te steken, dit zijn versierde stokken met de lengte van ongeveer een arm.

Deel 3: Tercio de Muerte

Dit is het laatste deel van de wedstrijd, hier wordt de stier gedood. De vechter laat aan het publiek zien dat hij de stier onder controle heeft, dit doet hij door de bewegingen te laten maken terwijl hij met een rood fluwelen doek zwaait. In deze fase laat het publiek ook weten wat ze van de vechter vinden, dit doen ze bijvoorbeeld door te applaudisseren. Na acht minuten dood de vechter het beest met een zwaard. Hij probeert het zwaard in het hart van het beest te steken, vaak mislukt dit en overlijdt het dier langzaam.

Kritiek op stierenvechten

Vandaag de dag worden er dus nog steeds stierengevechten georganiseerd, een deel van de Spanjaarden vindt dit geweldig. Toch is er steeds meer kritiek op de gevechten, de dieren worden niet goed behandeld en tijdens de wedstrijd gedood. Jaarlijks worden er gemiddeld 250.000 stieren gedood tijdens stierengevechten. Linkse bewegingen willen een verbod op stierenvechten. Hoewel dit landelijk nog niet geregeld is zijn er steeds meer gemeente die de vechten gebieden, een voorbeeld hiervan zijn de Canarische Eilanden.

Ook veel buitenlanders hebben kritiek op de Spaanse gevechten. In verschillende landen zijn de gevechten inmiddels verboden. In Spanje wordt de traditie dus nog steeds in stand gehouden. Wanneer je zelf tegen stierenvechten bent kun je dit uitstapje misschien beter overslaan. Ook bij een bezoek aan het museum financier je de stierenvechten.

Praktische informatie

Je kunt ervoor kiezen om een stierengevecht te bekijken. Naast de arena kun je kaartjes kopen voor de gevechten. Afhankelijk van de wedstrijd kosten de tickets tussen de €10 en €200 euro. Houd er rekening mee dat tijdens een wedstrijd meerdere stieren op gruwelijke wijze gedood worden, de wedstrijden zijn absoluut niet geschikt voor kinderen.

Naast stierenvechten worden in de arena ook concerten en andere feesten georganiseerd. Voor deze evenementen worden de kaarten vaak online verkocht.

Het museum voor stierengevechten

Mocht je om wat voor reden dan ook geen gevecht willen aanschouwen kun je ervoor kiezen het museum te bezoeken. Het museum is ook in de arena te vinden. Het museum is geschikt voor zowel liefhebbers van de sport als toeristen.

In het museum vind je een tentoonstelling waar je voorwerpen en kleding kunt vinden die gebruikt werden tijdens de gevechten. Bij deze tentoonstelling worden video’s afgespeeld waarin uitleg over de voorwerpen gegeven wordt. Je leert in het museum ook veel over de arena. Zo kun je erachter komen wat voor kamers en hokken in de arena zitten, ook vind je er informatie over de geschiedenis van de arena. Daarnaast kun je er veel leren over de geschiedenis van de stierenvechten in Spanje.

Praktische informatie

Je kunt van dinsdag tot en met zaterdag terecht in de arena van 10:00 tot 19:00 uur. Op zon- en feestdagen kun je van 10:00 tot 14:00 uur terecht. Let erop dat je tot uiterlijk 45 minuten voor sluitingstijd naar binnen kan. Je gaat naar binnen via het museum, alleen op de momenten dat er geen evenementen zijn kun je de arena betreden. Het museum bezoeken kost €2 euro, ook op zondag.

Estación del Norte

Aan het Plaza de Toros in Valencia grenst ook het historische treinstation Estación del Norte. Dit treinstation bestaat al meer dan 100 jaar en trekt steeds meer toeristen. Je komt het station binnen in een kleine hal. Hier vind je de originele loketten die zijn verbouwd waardoor ze vandaag de dag nog steeds gebruikt kunnen worden. Als je doorloopt (dit kan zonder treinkaartje) kom je in de grote stationshal. In de hal vind je de verschillende faciliteiten waaronder winkels, restaurants en toiletten. In de hal zijn ook de perrons waar de treinen aankomen en vertrekken.

Vanaf het station vertrekken verschillende treinen naar steden in de buurt van Valencia. De hogesnelheidstreinen vertrekken nog van een ander station, dit wordt in de toekomst waarschijnlijk aangepast. Treinkaartjes kun je in het station zelf kopen of online. Online doe je dit via de website van Renfe.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *